Hoogbegaafd: meer dan alleen slim

Hoogbegaafd: meer dan alleen slim

8 december 2025 Pedagogisch panel

Wanneer er over hoogbegaafdheid wordt gesproken, komen vaak kenmerken naar voren zoals snel van begrip zijn, een brede algemene interesse, taalvaardigheid en een hoge intelligentie. Maar hoogbegaafdheid is veel meer dan dat.  

Het gaat niet alleen om wat een kind cognitief kan, maar ook om wie het kind is. Persoonlijkheidskenmerken, gevoeligheid, motivatie, creativiteit en manier van denken spelen een minstens zo grote rol. En juist dat laat zich niet vangen in één getal op papier. Hoogbegaafdheid vraagt daarom om een brede blik en een zorgvuldige benadering, waarin we zowel het denken als het unieke kind achter die capaciteiten zien. 

Denken én voelen 

Hoogbegaafdheid is grofweg onder te verdelen in twee delen die ook wel ‘luiken’ genoemd worden. Dit zijn: het Denkluik en het Zijnsluik.  

Als we spreken over het Denkluik dan hebben we het onder andere over de vier eerdergenoemde kenmerken. Snel van begrip zijn, een grote algemene interesse, taalvaardig zijn en hoog IQ. Creatief denken en een grote motivatie om te leren horen hier ook bij. Het Denkluik gaat over het denken van iemand die hoogbegaafd is, zoals de naam misschien al doet vermoeden. 

Dan het Zijnsluik. Dit heeft alles te maken met hoe het gevoel werkt van iemand die hoogbegaafd is. Perfectionisme, een kritische instelling, een sterk gevoel voor rechtvaardigheid en hoogsensitiviteit zijn de hoofdonderdelen van het Zijnsluik. Deze onderdelen worden bij een kind vaak gezien als: faalangst, bemoeizuchtig, aanstellerij, brutaal of eigenwijs. Terwijl het dus eigenlijk iets zegt over hoe het kind is en wat het nodig heeft. Aan het Zijnsluik wordt vaak voorbijgegaan, maar is zeker net zo belangrijk! 

Hoe kan ik dit zien bij mijn kind? 

Hoogbegaafdheid lijkt misschien makkelijk vast te stellen via een puntenlijstje, maar niks is minder waar. Geen enkele hoofbegaafde is hetzelfde. Juist omdat deze kinderen op verschillende vlakken zo intelligent zijn, kunnen ze zich ook makkelijk onzichtbaar maken door zich aan te passen. Ze hebben snel door dat ze ‘anders zijn’ en passen zich dan aan naar ‘de norm’ van de groep waar ze zich in bevinden. Of ze gaan zich juist ‘extremer’ gedragen door de clown uit te hangen op school. In beide gevallen vallen ze niet op als hoogbegaafde kinderen, omdat het gedrag dit verbergt.  

Natuurlijk zijn er ook hoogbegaafde kinderen die zich wel laten zien. Door goede resultaten te halen, gesprekken te voeren en aan te geven wanneer zij zich vervelen. Dit is echter maar een klein percentage. 

Wat kun je er mee doen? Een hoogbegaafd kind heeft uitdaging nodig, maar niet alleen omdat het slim is. De uitdaging zit hem in het leren leren. Omdat een kind wat hoogbegaafd is snel van begrip is, hoeft het weinig moeite te doen om de leerstof die past bij zijn/haar leeftijd eigen te maken. Zeker omdat de meeste kennis aangeleerd wordt door herhaling en herkenning.  

Een hoogbegaafd kind profiteert van verdieping in het leren. Vaardigheden die uw kind moeiteloos beheerst, worden pas echt waardevol wanneer hij of zij deze kan toepassen in complexere situaties waarin meerdere denkstappen nodig zijn. Daarbij is creativiteit belangrijk: het kind leert de leerstof inzetten in nieuwe en uitdagende contexten. 

Problemen worden dan niet alleen opgelost door kennis toe te passen, maar door te onderzoeken, uit te proberen, te evalueren en opnieuw te onderzoeken. Op die manier ontwikkelt het kind doorzettingsvermogen, flexibiliteit en een diepere manier van denken. 

Wat zou je graag willen leren? 

Een voorbeeld van zo’n situatie begint vaak bij de vraag: ‘wat zou je graag willen leren?’. Als het kind dan bijvoorbeeld zegt: ‘grotere keersommen’ of ‘alles over de planeten’, dan kunt u dat vervolgen door samen met het kind te bepalen wat er dan voor nodig is om dat te leren.  

  • Welke vragen kun je allemaal stellen over dat onderwerp?  
  • Welke vaardigheden zijn er nodig?  
  • En wees dan vooral niet te snel tevreden.  

De lat moet hoog liggen bij hoogbegaafde kinderen (zonder een ongezonde druk op te leggen). Maak zo’n leersituatie dan nog extra betekenisvol door uit te leggen waarom de lat hoog ligt of waarom een vaardigheid via bepaalde stappen gedaan moet worden. Het gaat er ten slotte om dat het kind leert vallen en op te staan.  

Vallen en opstaan 

Een kind moet de ruimte krijgen om te vallen en weer op te staan om echt te kunnen leren. Wanneer een kind geen uitdagingen ervaart en alles moeiteloos verloopt, kan het een houding ontwikkelen waarbij het situaties vermijdt die niet direct lukken of inspanning vragen. 

Juist het leren omgaan met fouten is belangrijk. Door te ervaren dat iets niet in één keer lukt, ontdekt een kind dat fouten maken erbij hoort en dat je er juist van kunt groeien. Dat besef, ik kan dit leren, ook als het even tegenzit, is onmisbaar voor het zelfvertrouwen en de ontwikkeling van elk kind.