Niet te groot en niet te klein
De voordelen van middelgrootPIT kinderopvang & onderwijs is een middelgrote organisatie, niet te groot en niet te klein. Het is ook een bijzondere organisatie; het is namelijk één organisatie voor kinderopvang en onderwijs. Daarmee zijn we een koploper. Het gaat PIT er niet om de grootste te willen zijn. Groot zijn is vaak omgekeerd evenredig aan kwaliteit. Er is dan bijvoorbeeld een grotere afstand tussen bestuur en medewerkers, meer een top-down-structuur, de medewerkers kennen elkaar vaak niet of nauwelijks en er is minder flexibiliteit. Klein zijn, zoals een éénpitter, heeft zijn charme. De lijnen zijn kort, iedereen kent iedereen en er is een grote mate van flexibiliteit. Toch kleven er ook nadelen aan, zoals grotere financiële risico’s, weinig mogelijkheden om kennis en ervaringen te delen tussen collega’s en de informele cultuur kan in de weg zitten. PIT heeft een schaalgrootte die min of meer het midden houdt tussen niet te groot en niet te klein. Wat zijn de voordelen van onze huidige omvang?
Dit geldt dus ook voor onze kindcentraKlein zijn heeft voordelen. Zoook enkele groepen i.p.v. combinatiegroepen. Toch is de realiteit soms anders. Groter, maar niet te groot, heeft ook zijn voordelen en er zijn scholen (kindcentra) die bewust kiezen voor combinatiegroepen. Dit alles in het belang van kinderen. PIT vindt kleinere locaties prima, maar heeft een voorkeur voor iets grotere locaties. In grotere locaties is kinderopvang beter te positioneren en is er meer personeel om samen te werken en het werk te verdelen. Als er sprake is van parellelgroepen (bijvoorbeeld twee groepen 5 of van alle leerjaaren twee) dan kan er kennis en ervaringen worden gedeeld. Ook is het mogelijk dat een kind beter aard in de ene dan in de andere. Een overstap kan dan gemaakelijk zonder van kindcentrum te moeten wisselen. Waar mogelijk volgt PIT in samenspraak met gemeentes het beleid van grotere locaties, niet te groot en niet te klein dus.
|
Agenda |